Trio uit Dieren veroordeeld voor drugshandel
In dit artikel:
Drie mannen uit Dieren (leeftijden 24, 24 en 19) zijn door de rechtbank schuldig bevonden aan deelname aan een crimineel samenwerkingsverband dat in en rond Dieren cocaïne produceerde, inkocht en verkocht. De organisatie, die ongeveer veertien maanden actief was, bestond uit twee leiders die de inkoop, productie, klantenbeheer en het onder dwang regelen van woningen en verkopers organiseerden, en een derde die onder meer drugs vervoerde, leverde en onderlinge contacten beheerste tijdens detentieperiodes. Alle verdachten waren uitvoerend betrokken bij meerdere onderdelen van de handel.
De 19-jarige werd daarnaast veroordeeld voor wapenbezit; één van de 24‑jarigen is schuldig bevonden aan vernieling, mishandeling en huisvredebreuk nadat hij een woning binnendrong, een bezoeker mishandelde en meerdere ruiten vernielde. Voor deelname aan de drugshandel en de bijkomende feiten legde de rechtbank gevangenisstraffen op variërend van 20 tot 30 maanden, deels voorwaardelijk:
- De 24‑jarige met eerdere drugsveroordelingen blijft de hoogste recidiverischaal treffen: hij krijgt 24 maanden onvoorwaardelijk en moet daarnaast een eerdere voorwaardelijke straf van 4 maanden alsnog uitzitten.
- De andere 24‑jarige krijgt 30 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar en bijzondere voorwaarden op advies van de reclassering; de rechtbank ziet mogelijkheden om zijn recidiverisico via begeleid wonen te beperken.
- De 19‑jarige, zonder eerdere drugsveroordelingen, vroeg toepassing van het jeugdstrafrecht; de rechtbank wees dat af omdat er onvoldoende aanknopingspunten voor pedagogische maatregelen waren en de reclassering ook volwassenstrafrecht adviseerde. Hij krijgt 20 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
De rechtbank sprak de mannen vrij van betrokkenheid bij een grote brandstichting die een huizenblok onbewoonbaar maakte; in het dossier was geen concreet bewijs van hun betrokkenheid te vinden. Ook werd een afzonderlijke poging tot brandstichting verworpen. Verder moet een van de veroordeelden bijna 400 euro betalen aan schadevergoedingen wegens vernieling en mishandeling; claims gerelateerd aan de brandstichting werden niet-ontvankelijk verklaard vanwege de vrijspraak.
De uitspraak benadrukt de maatschappelijke schadelijkheid van handel in harddrugs: verslaving, overlast, geweldsdelicten en ondermijnende illegale geldstromen stonden centraal in de motivering van de strafoplegging.